In het kader van de Arbowet streeft RPS naar het optimaal beheersen van veiligheid, gezondheid en milieu op de werkplek. Om dit te bewerkstelligen is het essentieel dat de direct leidinggevende de werkplek regelmatig inspecteert. Deze inspecties worden periodiek uitgevoerd aan de hand van een checklist, waarbij gelet wordt op:
Aan de hand van de functie-indeling en de verhouding tussen binnen- en buitenwerkzaamheden per medewerker wordt bepaald welke veiligheidsopleiding een medewerker dient te volgen c.q. gevolgd dient te hebben.
Concreet houdt dit bij RPS in, dat medewerkers die meer dan 50% van hun werkzaamheden op een projectlocatie buiten (opbouwlocaties en andersoortig terrein) verrichten minimaal het Basisveiligheid VCA-certificaat in hun bezit moeten hebben. Elke leidinggevende, die projecten met buitenwerkzaamheden begeleidt, dient het certificaat Veiligheid voor operationeel leidinggevenden VCA in zijn bezit te hebben.
Medewerkers, die werkzaam zijn voor opdrachtgevers, die het Bouwstoffenbesluit hanteren bij de uit te voeren werkzaamheden, dienen specifieke cursussen voor deze werkzaamheden te volgen c.q. gevolgd te hebben. Medewerkers, die veldwerk verrichten conform de BRL SIKB 2000 dienen te voldoen aan de eisen die in deze richtlijn ten aanzien van veiligheid en persoonlijke beschermingsmiddelen zijn opgenomen. Zij dienen door de projectleider over deze eisen te worden geïnformeerd. Voor asbestinventariseerders (SC-540) geldt dat zij in het bezit dienen te zijn van een geldig DIA certificaat.
Algemeen geldt dat medewerkers die voor de uitvoering van hun werkzaamheden gebruik (moeten) maken van een volgelaatsmasker, een face fit test en de (online) training “Veilig in elke vezel” dienen te doorlopen.
In onderstaand overzicht is aangegeven over welke persoonlijke beschermingsmiddelen personeel in dienst van RPS kan beschikken en waar en wanneer pbm’s gebruikt moeten worden.
In het document “Overzicht veiligheidsrisico’s per functie” (RPS intranet) staan de risico’s vermeld en de daarbij behorende persoonlijke beschermingsmiddelen die gedragen dienen te worden. Hoewel deze lijst met de uiterste zorgvuldigheid en nauwkeurigheid is opgesteld, kan de lijst niet in alle situaties voorzien.
Een ieder is gehouden aan de hierboven gestelde regels. Door de opdrachtgever of uitvoerder kunnen aanvullende eisen gesteld worden. Ook hieraan dient men te voldoen. Bij overtreding van bovenstaande regels gelden de sancties van het disciplinair beleid.
De medewerker is verantwoordelijk voor het schoonmaken en opruimen op de daarvoor aangewezen plaats van de pbm’s die hij tot zijn beschikking heeft gehad.