1.3 Taken en verantwoordelijkheden

1
1.3.1 De Directeur

De directeur geeft uitvoering aan hetgeen in de intentieverklaring is omschreven en stelt de leiding­gevenden en de werknemers in het bedrijf in de gelegenheid hun arbotaken naar behoren te verrichten; ondersteunt en stimuleert hen daarin op de volgende wijze:

  1. Hij laat het onderwerp ‘arbeidsomstandigheden’ als vast agendapunt opnemen bij de periodieke overlegvergaderingen. Hij verplicht de deelnemers zich hierop voor te bereiden, zodat relevante informatie ter tafel komt, die zo nodig tot aanpassing van het beleid kan leiden.
  2. Hij ziet erop toe, dat iedere leidinggevende of werknemer zijn taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot arbeidsomstandigheden, op de juiste wijze uitvoert en treedt zo nodig corrigerend op.
  3. Hij stopt zo nodig, uit veiligheids- en gezondheidsoverwegingen, bepaalde werkzaamheden en stelt machines, gereedschappen, hulpmaterialen en dergelijke buiten bedrijf tot er afdoende maatregelen zijn genomen.
  4. Hij inventariseert de knelpunten in het kader van de arbeidsomstandigheden bij het bedrijf of hij laat deze inventariseren en stelt deze op schrift.
  5. Hij evalueert deze knelpunten met de Ondernemingsraad. Vervolgens stelt hij de prioriteiten vast en maakt een Plan van Aanpak.
  6. De werkgever is verantwoordelijk voor een zo groot mogelijke veiligheid, een zo goed mogelijke bescherming van de gezondheid en het bevorderen van het welzijn bij de arbeid. Hij zal zich daarbij minimaal houden aan de verplichtingen gesteld in de Arbowet en de daarbij behorende besluiten.
2
1.3.2 De Leidinggevende

De leidinggevende is verantwoordelijk voor het op de juiste wijze naleven en toepassen van de Arbowet en de bedrijfsvoorschriften inzake veiligheid, gezondheid en welzijn binnen zijn unit c.q. team.

Hij heeft daarom de volgende taken:

  1. Hij geeft aan zijn medewerkers taakgerichte instructie, voorlichting en onderricht over veilig en gezond werken en geeft aan welke middelen, waaronder persoonlijke beschermingsmiddelen, hierbij gebruikt worden.
  2. Hij geeft nieuwe medewerkers alle informatie, die zij nodig hebben om hun werk veilig en gezond te kunnen verrichten.
  3. Hij houdt toezicht op het hanteren van alle afgesproken regels op arbo gebied.
  4. Hij houdt bij het indelen van werk rekening met de individuele capaciteiten en ervaring van de medewerker.
  5. Hij zorgt dat er, ter voorkoming van gevaar voor derden, doeltreffende maatregelen worden genomen.
  6. Hij licht de directie in na een bedrijfsongeval.
  7. Hij registreert de ongevallen en bijna-ongevallen, analyseert ze en doet voorstellen ter voorkoming van de (bijna-)ongevallen.
  8. Hij voert met zijn medewerkers periodiek werkoverleg waarbij arbeidsomstandigheden een vast agendapunt is.
  9. Hij inventariseert binnen zijn team q. unit de knelpunten en lost deze zo mogelijk op. Lukt dit niet, dan meldt hij het knelpunt aan de directie.

Hij heeft de volgende bevoegdheden:

  1. Hij mag uit veiligheids- of gezondheidsredenen bepaalde werkzaamheden stoppen.
  2. Hij mag medewerkers, ook derden, van het werk verwijderen, indien door hen na herhaalde waarschuwingen onveilig of ongezond wordt gewerkt.
  3. Hij mag disciplinaire maatregelen treffen zoals verderop in dit arboreglement genoemd.
3
1.3.3 De Medewerker

De medewerker heeft de volgende taken inzake het naleven en toepassen van de Arbowet en de bedrijfsvoorschriften:

  1. Hij is verplicht de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen. Hij mag zichzelf en anderen niet in gevaar brengen.
  2. Hij dient machines, apparaten, gereedschap, transportmiddelen, grond- en hulpstoffen op de juiste manier te gebruiken.
  3. Hij dient de aangebrachte beveiligingen en voorzieningen op de juiste manier te gebruiken en in stand te houden.
  4. Hij dient de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze te gebruiken en te beheren.
  5. Hij dient de geldende instructies en aanwijzingen van de werkleiding in verband met de veiligheid en gezondheid op te volgen.
  6. Hij brengt de werkleiding direct op de hoogte als een onveilige situatie wordt opgemerkt, dan wel bepaalde beveiligingen moeten worden weggehaald, vervangen of veranderd.
  7. Hij is verplicht deel te nemen aan instructies, scholing en voorlichting alsmede het werkoverleg.

Hij heeft de volgende bevoegdheden:

  1. Hij mag het werk onderbreken indien dit naar zijn redelijk oordeel onmiddellijk dreigend gevaar oplevert. Hij meldt dit terstond bij zijn
  2. Hij mag kennis nemen van de resultaten van de Rl&E.