Home Cases Brandveiligheid hand in hand met duurzaamheid Brandveiligheid hand in hand met duurzaamheid Woonstichting JOOST zet met RPS stappen naar proactieve brandveiligheidsaanpak Woningcorporaties spelen binnen het klimaatakkoord een belangrijke rol als ‘startmotor’ van de energietransitie. Woonstichting JOOST grijpt deze kans met beide handen aan om het brandveiliger maken van haar woningportefeuille slim te combineren met het verduurzamen ervan. Benieuwd hoe zij dat aanpakken? Medewerker bedrijfsbureau Henk van Leuven en onze brandveiligheidsadviseur Robin Bout geven in deze case tekst en uitleg. Veel woningcorporaties maken werk van het concretiseren van hun duurzaamheidsplannen. Ze investeren bijvoorbeeld flink in het isoleren van daken, vloeren of het gebruik van isolatieglas. Mooie initiatieven, maar hoe zit het met de brandveiligheid? Vaak zijn de woningen al wat gedateerd en nog niet voorzien van de laatste brandwerende snufjes. Gaat het plafond open voor dakisolatie, kun je de leidingschachten dan niet beter meteen inspecteren op brandveiligheid, is de gedachte van Henk van Leuven. “Je wil iedere maatschappelijke euro zo slim mogelijk uitgeven. Dat betekent dat je bij iedere ingreep moet kijken of het misschien anders kan. Kunnen we onze vastgoedportefeuille verduurzamen en tegelijkertijd brandveiliger maken?” Als het gaat om mensenlevens, dan heeft brandveiligheid natuurlijk de hoogste prioriteit. Bij een brand hebben bewoners slechts een aantal minuten de tijd om hun huis te ontvluchten. Maar liever laat je het zo ver niet komen. Brandveiligheidsadviseur Robin Bout van RPS haalt zijn motivatie voornamelijk uit het voorkomen van brandgevaarlijke situaties, legt hij uit. “Ik liep eens mee met een huismeester van een appartementsgebouw. Het was mooi om te zien hoe actief deze man is met brandveiligheid. Zo wilde hij in elke woning een brandblusser hebben. Maar toen we vervolgens in het voorportaal van het gebouw door de geparkeerde scootmobielen moesten slalommen en hij de toegangsdeur naar het trappenhuis met een wig open zette, was hij zich van geen kwaad bewust. Terwijl daar de grootste risico’s zitten. Het geeft een goed gevoel als je een stukje bewustwording bij mensen creëert.” Henk van Leuven, medewerker bedrijfsbureau van JOOST (rechts) en brandveiligheidsadviseur Robin Bout van RPS, wijzen op de brandveiligheidsaspecten bij het stallen van scootmobielen in de kelder van een appartementsgebouw. Project Details Opdrachtgever Woonstichting Joost Sector Bouw Locatie Boxtel Diensten Brandveiligheidsinspectie Brandveiligheidsadvies Uitdaging Als het gaat om het brandveilig maken en houden van gebouwen levert het stallen van scootmobielen geregeld problemen op. Via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) worden geregeld scootmobielen verstrekt aan de huurders. Zij stallen die vervolgens in het trappenhuis en laden ze hier ook op. Er is minder aandacht voor de brandveiligheidsissues. Want niet alleen bestaat de kans dat de kunststofdelen ervan vlam vatten bij ontbranding en rookvorming veroorzaken, ook blokkeren de voertuigen de vluchtroute naar de openbare weg. Het is een van de redenen waarom JOOST aan Robin heeft gevraagd te starten met een brandveiligheidsinspectie van twaalf appartementsgebouwen waar de woonstichting de grootste risico’s ziet. Het gaat dan met name om gestapelde woningen met bewoners welke minder zelfredzaam zijn. Denk aan een appartementsgebouw waar senioren wonen of een gebouw dat wordt bewoond door jongeren met een visuele handicap. Henk: “Zo zijn we in eerste instantie op de twaalf adviesrapportages uitgekomen waar je per gebouw duidelijk hebt hoe het ervoor staat met brandveiligheid, welke aandachtspunten je moet oplossen en welk kostenplaatje hierbij hoort. Op basis van deze rapportages willen we slimmer gaan begroten, ook gebruiken we ze om actief het gesprek met de bewoners en belanghebbenden aan te gaan.” Foto: Het plaatsen van meubilair, kleden, planten, etc. in vluchtroutes resulteert in een verhoging van de vuurlast en struikelgevaar wanneer men bij een calamiteit moet vluchten. Oplossing Robin scant, inventariseert en beoordeelt de twaalf complexen. Hij kijkt hierbij integraal naar brandveiligheid, dus zowel bouwkundig, installatietechnisch als organisatorisch. De meeste aandachtspunten komt hij tegen bij woningen die bouwkundig niet goed van elkaar gescheiden zijn. De brandveiligheidsadviseur verklaart: “Een betonconstructie biedt een goede weerstand tegen rook en vlammen, maar als je de plafondplaten openmaakt, stuit je bij de leidingschachten op de zwakke plekken. Dat zijn de open verbindingen binnen een gebouw tussen de keuken, badkamer en het toilet. Zo verspreidt de rook zich bij calamiteiten gemakkelijk van verdieping naar verdieping. Je moet hier dus voorzieningen voor treffen. Denk aan het toepassen van een brandklep die in een ventilatiekanaal ter hoogte van de brandscheiding dichtklapt op het moment dat er rook of brand gedetecteerd wordt.” Bijschrift: Hoewel destijds zo bedacht bij dit appartementencomplex van JOOST, zijn vluchtladders vandaag de dag niet meer toegestaan. Vluchtroutes geblokkeerd Organisatorisch valt het Robin op dat de vluchtroutes geblokkeerd zijn met oud papier, tuinsets en scootmobielen. Zijn advies? Een apart compartiment voor scootmobielen. Waar moet zo’n ruimte dan aan voldoen? “In ieder geval moet het leidingwerk met brandwerende materialen zijn afgewerkt. Drangers op de deuren is een must, evenals brandwerend glas. Zorg ook voor een brandwerende strip in de deur.” Verder valt Robin op dat de puien in de trappenhuizen van appartementsgebouwen van voor 2000, van draadglas voorzien zijn. Ook bij de voordeur, keuken- en slaapkamerramen treft hij dit aan. Op installatietechnisch niveau ben ik niet zo veel tegengekomen. Vanaf juli 2022 is een rookmelder verplicht en dat is bij de meeste van de door mij onderzochten gebouwen wel op orde. Aanpakken leidingwerk Op basis van de bevindingen van Robin rolt er voor het brandveiliger maken van de twaalf onderzochte appartementsgebouwen een aanzienlijke kostenpost uit. Alleen het draadglas vervangen in het trappenhuis en de toegang tot de trappenhuizen is een forse kostenpost. “Daarom hebben we Robin gevraagd mee te denken over de prioritering en hoe we veilig en financieel aanvaardbaar ons meerjarenonderhoudsplan kunnen opstellen”, vertelt Henk. Robin stelt dat het gebouw in ieder geval bouwkundig moet voldoen. “Het aanpakken van het leidingwerk en het creëren van veilige vluchtroutes is het belangrijkste. Het verwisselen van draadglas voor brandwerend glas zou je op een later moment kunnen realiseren, omdat hierop destijds ook de vergunning is afgegeven.” Overleg en maatwerk Voor wat betreft de scootmobielen problematiek is ook urgentie geboden. Echter, ligt het volgens de brandveiligheidsadviseur aan de context in hoeverre je een apart compartiment kunt bouwen. “Dat zul je per complex moeten bekijken.” Henk vult aan: “Het is vooral de slag die je moet maken hoe het wel moet. Momenteel zijn we aan het beoordelen hoe dit het beste kan. We hebben niet altijd de ruimte of het eigenaarschap om aan de buitenzijde van het gebouw een scootmobielruimte te realiseren. We willen voorkomen dat het creëren van een compartiment in het gebouw ten kosten gaat van een voorziening, zoals een containerruimte of fietsenberging. Een (mobiele) extra stalling is een optie, maar stuit ook weer op weerstand van de bewoners. Overleg en maatwerk is daarom noodzakelijk ” Elektrische auto’s In het verlengde wijst Robin ook op de toename van elektrische auto’s in parkeergarages onder woongebouwen en laadpalen in kelders. “Die kelder moet dan sowieso bouwkundig gescheiden zijn van de bovenliggende woonlagen. Daarnaast kun je bijvoorbeeld kijken of je de laadpalen zo dicht mogelijk bij de uitgang kunt zetten. Zo is dat niet alleen makkelijker bereikbaar voor de brandweer, ook sleep je een brandende auto makkelijker het gebouw uit.” Het betekent volgens Robin dat je risicogerichter moet gaan denken. “Het Bouwbesluit hobbelt achter de feiten aan als het gaat om nieuwe ontwikkelingen, zoals elektrische voertuigen en het opladen ervan. Je hebt hierin geen wettelijke houvast.” Hij besluit: “Neem brandveiligheid serieus, maar zet niet overhaast iets in gang.’ Door los van incidenten, met bijvoorbeeld experts en de brandweer, te kijken naar de veiligheid in woningen en gebouwen, kun je gedegen beleid opstellen.” Project Statistieken 7500 Woonstichting JOOST is een woningcorporatie met ongeveer 7.500 verhuurbare woningen in de gemeenten Boxtel, 's-Hertogenbosch, Sint-Michielsgestel, Vught, Oisterwijk en Bernheze. 385 Woonstichting JOOST beschikt over ongeveer 385 complexen Henk van Leuven, medewerker bedrijfsbureau van JOOST ‘Met de brandveiligheidsrapportages van RPS kunnen we slimmer begroten en actiever het gesprek aangaan met bewoners en belanghebbenden.’ Gerelateerde Diensten Brandveiligheid RBGB-Keurmerk Brandveiligheidsadvies Brandveiligheidsinspectie Projectbegeleiding brandveiligheid