Home Cases Veilig werken in gebied waar ooit gevochten is Veilig werken in gebied waar ooit gevochten is Conditionerende onderzoeken voor aannemers In het Gelderse Velp, vlakbij Arnhem, vervangt Gasunie een 650 meter lange gasleiding. Dat gebeurt in een gebied met een historie aan oorlogsverleden. Wat komt daar allemaal bij kijken? Jeroen Duifhuizen, projectleider vergunningenmanagement en zakelijk recht bij RPS, vertelt er alles over. “Kijk hier is de trefkans groter dat je iets bijzonders vindt.” Jeroen Duifhuizen wijst op de voormalige tuin van kasteel Biljoen aan de rand van het Gelderse Velp. Een archeoloog speurt in de blakende middagzon met een detector naar historische overblijfselen die mogelijk gerelateerd zijn aan dit chateau uit de 16e eeuw. Even daarvoor hebben medewerkers die zich bezighouden met het opsporen van conventionele explosieven (OCE) het gebied hiervoor vrijgegeven. De opbrengst tot nu toe? Een kogelpunt en twee 25 ponder rookgranaten. “We hadden verwacht restanten van een viskwekerij te vinden die hier ooit gevestigd was. Nu blijft de vondst beperkt tot verschoten munitie”, weet Jeroen. “Ooit bedoeld om rookgordijnen op te trekken. Daar worden mijn collega’s van OCE niet warm of koud van”, zegt hij met een lach. Bewaarde geheimen Ooit was kasteel Biljoen zo gesloten dat niemand meer wist hoe het er van binnen uitzag. Veel goed bewaarde geheimen kwamen pas tevoorschijn toen in 2006 de familie Lups het kasteel verliet en het kasteel toegankelijk werd met de komst van de nieuwe bewoners. Onlangs gaf Gasunie het startsein ook de omgeving rondom het kasteel bloot te leggen. Voor het project ‘Biljoen’ maakt 650 meter gasleiding plaats voor een nieuw tracé. RPS voert in opdracht van MVOI voor Gasunie het vergunningenmanagement en de conditionerende onderzoeken uit. Want voor je eenmaal aan het vervangen van het tracé begint, moet eerst juridisch alles afgedicht zijn. Zo krijgt MVOI met het opstellen van een vergunningeninventarisatie inzicht in de vergunningen die nodig zijn om het werk uit te voeren en RPS vervolgens aanvraagt. Als omgevingsmanager zorgt Jeroen dat alle benodigde conditionerende onderzoeken de revue passeren. Er is binnen dit gebied bijvoorbeeld onderzoek vereist naar bodem, ecologie, geohydrologie, archeologie en niet-gesprongen explosieven. ‘Slag om Arnhem’ Velp, een plaats in de gemeente Rheden, grenst aan de stad Arnhem die in 1944 diep werd geraakt bij de ‘Slag om Arnhem’. Voor Gasunie reden voorafgaand aan de grondwerkzaamheden niet-gesprongen explosievenonderzoek mee te nemen in de voorwaarden naar de aannemer. “Voor dit gebied is tot op de dag van vandaag beschreven wat er allemaal is gebeurd. Onze historicus raadpleegt hiervoor onder meer archieven, boeken en luchtfoto’s. Met die informatie stel je heel gericht een projectgebonden risicoanalyse op”, vertelt Jeroen over de start van het project. De OCE-adviseur stelt een projectplan op voor de veiligheid, verzekering, certificering, planning en inzet van mensen. Van de locatie waar mogelijk niet-gesprongen explosieven kunnen worden gevonden, wordt een onderzoeksgebied aangemaakt. Nadat de gemeente Rheden het projectplan goedkeurde, startten de OCE-deskundigen het speurwerk naar niet-gesprongen conventionele explosieven op. De bureaustudie wees uit dat detectie met OCE-begeleiding tijdens de graafwerkzaamheden vereist was. “De leidingen in de grond zijn van staal en verstoren daarmee het signaal van de detector. Daarom kom je in dit soort gevallen standaard bij begeleiding met een OCE-team uit”, verklaart Jeroen. Archeologisch onderzoek In het veld graven de OCE-deskundigen met een kleine sleufbak en schep de drukloze leiding vrij. Even daar voor is er een uitgebreide bureaustudie gedaan over de flora en fauna. Er zijn ecologen het veld in geweest om eventuele beschermde plant- en diersoorten in kaart te brengen en een quickscan flora en fauna op te stellen. Daarmee is de weg vrij voor het detecteren van de opgegraven grond op niet-gesprongen bommen en granaten. “Als het tracé er straks uit is, detecteren ze nog een keer tot de diepte waar de nieuwe leiding komt te liggen. Zo geef je de hele sleuf in één keer vrij en kan het nieuwe tracé aangelegd worden”, vertelt Jeroen. Aan de andere kant van het terrein doet een archeoloog van MUG Ingenieursbureau zijn werk. De archeoloog bekijkt het maaiveld en stelt vast of hij afwijkende grondlagen, of juist een heel mooi profiel ziet. Wil een archeoloog graven, dan moet een OCE-deskundige dat gebied eerst vrijgeven. Het gaat steeds om een laagje van 20 à 30 centimeter. Bodem in beeld Hoe bepaal je zo’n werkstrook voor OCE-onderzoek? “De inrichting van de werkstrook is gebaseerd op de leidingdiameter, bodemopbouw en ontgravingstype”, legt Jeroen uit. Om die bodemopbouw in kaart te brengen, hebben zijn collega’s boorprofielen opgesteld. Die informatie wordt verwerkt in het cultuurtechnisch rapport. “Zo weten we bijvoorbeeld welk ontgravingstype het beste kan worden toegepast voor een klei- of zandondergrond. De gekozen werkstrook is hier gebaseerd op een ondergrond die van klei is. Hoe meer teelaarde er afgezet moet worden, des te breder wordt je werkstrook. Daar heeft Gasunie standaardtabellen voor.” Om veilig te kunnen graven, dient de gehele strook op niet-gesprongen explosieven gecontroleerd te worden. Zijn die werkzaamheden afgerond, dan wil je de geroerde grond uiteraard zo netjes mogelijk achterlaten. “Ook hier gebruik je de informatie uit het cultuurtechnisch rapport als basis voor het herstellen van het perceel.” 100.000 kuub water Een gasleiding moet altijd in het droge aangelegd worden. Dat betekent dat je de grondwaterstand altijd moet verlagen tot onder de nieuwe aanlegdiepte, zodat de mensen veilig en droog onder de sleuf kunnen werken. “Mijn collega’s van waterbodem hebben een bemalingsadvies geschreven voor het onttrekken van het grondwater. Je bepaalt aan de hand van de uitgevoerde grondboringen de zogenaamde doorlatendheidsfactoren van de bodem. Met deze gegevens, de sleufafmetingen en de bemalingsduur, konden we uitrekenen hoeveel kuub water er kan toestromen bij de graafwerkzaamheden.” De grens voor het verlagen van het grondwater verschilt per waterschap. “Als je in dit gebied meer dan 100.000 kuub water onttrekt, heb je een vergunning nodig. Bij het verkrijgen daarvan kan de doorlooptijd oplopen tot 16 weken. Daar moet je rekening mee houden bij de planning van het project.” Blijft het onder de 100.000 kuub, zoals hier is berekend, dan kun je af met een melding. “Het is belangrijk dat we binnen die limiet blijven”, aldus Jeroen, “dus we monitoren dit strikt.” Om zijn verhaal te illustreren loopt Jeroen naar een waterpomp. Hij checkt of de debieten kloppen met de opgegeven hoeveelheid. “Je wil toch weten of de kuubs water die wij berekend hebben ook daadwerkelijk onttrokken worden.” Zijn glimlach verraadt dat het voor nu wel goed zit. Team Omgevingsmanagement Het team Omgevingsmanagement van RPS ondersteunt met vergunningenmanagement en coördineert integrale projecten. Dit doen wij zowel voor aannemers, nutsbedrijven en binnen grote tenders waar RPS op inschrijft. Het draait binnen deze dienstverlening hoofdzakelijk om conditionerende onderzoeken en operationeel omgevingsmanagement (zoals zakelijke rechten en de afstemming met bedrijven en particulieren). Vaak zijn hierbij meerdere disciplines van RPS actief. Gerelateerde Diensten Natuur Ecologisch onderzoek Natuurtoets Natuurbeheer Natuurontwikkeling Kabels en leidingen Recht van opstal Vergunningenmanagement Tracé engineering Coördinatie kabels en leidingen Training kabels en leidingen Bodem Ecologisch onderzoek Waterbodem BaggerBase BaggerProfiel BaggerOnline Landmeten en Geo-informatie Geo-informatie Technieken Landmeten Detacheren Maatvoeren Landmeten
Kabels en leidingen Recht van opstal Vergunningenmanagement Tracé engineering Coördinatie kabels en leidingen Training kabels en leidingen